Verzorger Pieter Jan Klarenbeek en AVW ’66 zijn onafscheidelijk

Pieter Jan Klarenbeek voetbalde zestien seizoenen in de hoofdmacht van AVW ’66. Na zijn actieve carrière trad de nu 55-jarige Duivenaar toe tot de medische staf van de Westervoortse club. Als sportverzorger en hersteltrainer begint Klarenbeek komend seizoen aan zijn zeventiende jaar bij de huidige eersteklasser.

Kortom, Klarenbeek is een echte clubman. “Het is een vereniging waar veel kan en het is er gezellig”, is zijn verklaring. “Soms denk je ook: dit gaat weer op zijn AVW ’s. Bijvoorbeeld als de buschauffeur bij een uitwedstrijd onbekend is met de weg en je spelers in de bus al moet tapen. Maar ach, dat heeft ook zijn charme.”
Verknocht aan AVW ’66, maar Klarenbeek begon zijn actieve voetballoopbaan bij VV Rheden, in zijn geboortedorp. “Daar heb ik mijn hele jeugd gespeeld. Als tweedejaars A-junior voetbalde ik al in het tweede. Het waren de topjaren van Rheden en ik was ook één van de weinigen die na de juniorentijd was doorgegaan. Maar ik wilde in een eerste elftal spelen en ben toen in 1986 vertrokken naar AVW ’66. Dat was net nadat de club was gedegradeerd uit de eerste klasse van het zaterdagvoetbal.”

Nooit voor geld

“Ik heb nooit voor geld gevoetbald, maar was wel prestatiegericht”, vervolgt Klarenbeek. “Daarom was ik bij AVW ’66 op mijn plek. Uiteindelijk zijn we weer naar de hoofdklasse gepromoveerd. Mooie uitwedstrijden tegen ploegen als Spakenburg, GVVV, DOVO en Huizen om er maar enkele te noemen.”
Klarenbeek herinnert zich nog een wedstrijd tegen Kloetinge, in het verre Zeeland. “De spelers van Kloetinge kregen betaald, maar die ploeg stond wel onder ons. ‘Dat is niet zo vreemd’, zei een van hun spelers tegen mij. ‘Wij hebben met maar 150.000 gulden een veel kleinere begroting dan jullie.’ Ik heb die jongen toen maar snel uit zijn droom geholpen. ‘Wij krijgen een schoenenbon en gaan een weekendje met elkaar uit, maar verder betalen we gewoon contributie.’ Hij keek me aan alsof hij water zag branden. De uitslag? We wonnen daar met 2-1.”
Klarenbeek pakt de plakboeken met krantenknipsels en programmaboekjes er nog eens bij. Nog een bijzondere ontmoeting: een inhaalwedstrijd op dinsdagavond in en tegen Spakenburg. “We speelden daar een berenpot, waarin van alles gebeurde. We wonnen met 2-1 en na rust werden we vanaf de kant aangemoedigd door supporters van IJsselmeervogels, de plaatselijke concurrent van Spakenburg. Van onszelf was een man en een paardenkop mee. Na afloop gingen wij feestend de kleedkamer in, maar bij Spakenburg was het crisis. Dat kregen we mee bij de interviews van de plaatselijke verslaggever. Een dag later hoorden we dat hun trainer, Simon Kistenmaker (onder meer ex-trainer van De Graafschap, red.), op non-actief was gezet.”

Noodlot

Aan alles komt een eind, zo ook aan de actieve carrière van Klarenbeek die zijn laatste anderhalf jaar weer bij Rheden voetbalde. “Bij AVW ’66 stopten de jongens van het eerste uur, zoals Mike Bosveld. Terug bij Rheden speelde ik met Wilco Klop, Alfred Knippenberg en Dennis van Beukering. Een mooie tijd nog onder trainer Hans Westerduin.”
Het noodlot sloeg echter toe. “Ik liep een ernstige blessure op”, vertelt Klarenbeek. “Ik scheurde de banden bij mijn sleutelbeen toen ik een bal terug kopte en een andere verdediger over me heen viel. In het ziekenhuis zeiden ze eerst dat ze er niets aan konden doen, maar ben wat later toch geopereerd. Het was einde carrière en n de winterstop ben ik toen gaan hardlopen en heb nog de marathon van Rotterdam gelopen.”

Verenigingsleven

De teamsporter in Klarenbeek kon het verenigingsleven echter niet missen en keerde terug bij AVW ’66 als verzorger. “Bij Frans Mosterman ben ik de cursus sportmasseur gaan volgen. Op die manier kon ik in de sport blijven. Door ook de cursus sportmassage plus en een cursus blessurepreventie te volgen kon ik ook worden ingezet bij evenementen, zoals de Vierdaagse, sportdagen op de HAN en de universiteit en bij hardloopwedstrijden. Incidenteel heb ik op zondag ook andere clubs nog wel geholpen, zoals FC Presikhaaf. ”
Bij Toine van den Goolberg, oud-topatleet en in het verleden hersteltrainer bij Feyenoord, volgde Klarenbeek ook nog een cursus hersteltraining. Daarmee was het plaatje compleet en bij AVW ’66 brengt Klarenbeek al zijn kennis nu in de praktijk. “Bij sommige trainers pak ik zelf ook een stukje van de training op. Bepaalde loopvormen en core-stability. Dat is dan een uitbreiding van mijn werkzaamheden en dat moet wel passen in de hersteltraining van geblesseerde spelers. Een hersteltraining na een blessure kan maar met één speler. Alleen als je wat verder in het herstel zit, is het mogelijk met twee of drie spelers.”

Klarenbeek is een man van duidelijkheid. “Voorafgaand aan een training, van 19.00 tot 20.00 uur, doe ik de verzorging. Voor aparte behandelingen moeten de jongens mij vooraf appen.”
Ook met de trainers die in de loop van de jaren bij AVW ’66 aan het roer hebben gestaan, heeft de Duivenaar duidelijke afspraken gemaakt. “In het algemeen hebben de trainers die ik bij AVW ’66 heb meegemaakt de verantwoording of iemand na een blessure kon spelen bij mij neergelegd”, zegt Klarenbeek. “Je probeert alles om een speler voor een wedstrijd fit te krijgen, maar het moet verantwoord zijn om te spelen. Bij twijfel kun je vlak voor de wedstrijd nog een test doen tijdens de warming up. Je geeft spelers ook oefeningen mee bij een blessure, maar je weet nooit wat ze er mee doen. Maar gemotiveerde spelers van het eerste elftal haal je er echt wel uit.”

Tong ingeslikt

Dat Klarenbeek als verzorger aan zijn zeventiende seizoen begint bij AVW ’66 zegt alles over zijn liefde voor het vak en zijn clubtrouw. Het heeft in de loop der jaren bijzondere momenten opgeleverd. Eén daarvan, in een uitwedstrijd in Harderwijk bij Zwart Wit ’63, zal Klarenbeek in het bijzonder bijblijven. “De keeper van Zwart Wit viel over een speler heen en kwam op zijn rug terecht. Bij Zwart Wit was al een wat oudere verzorger en ben meteen mee het veld in gerend, want het zag er niet goed uit. Die keeper had zijn tong ingeslikt, waardoor hij geen lucht meer kreeg. Het is me gelukt zijn tong terug te halen. Ook de vader van die jongen was erbij. Er was veel emotie, want een week daarvoor was de opa van de keeper overleden. Ambulance kwam er ook bij en uiteindelijk is het allemaal goed gekomen. Je brengt op zo ’n moment alles in de praktijk wat je geleerd hebt. Pas later komen ook bij jezelf de emoties los.”

Rel

Die gebeurtenis geeft het belang van mensen met medische kennis langs de kant van het veld bij sportwedstrijden nog maar eens nadrukkelijk aan. Maar er is ook een ander kant van de medaille. Klarenbeek was als verzorger van AVW ’66 zelf ook nog een keer middelpunt van een rel, toen hij door de trainer van Owios werd beschuldigd van het geven van een elleboogstoot en het uitdelen van een schop. “Dat was schandalig. Beide onwaar”, legt Klarenbeek uit. “Een van onze spelers kreeg een doodschop en kreeg daarna nog een bal keihard tegen zich aangeknald. Toen onze spelers verhaal gingen halen ben ik wel het veld ingelopen en heb die bewuste speler van Owios om zijn middel gepakt en bij onze spelers vandaan gehouden. Niet meer en niet minder. De tuchtcommissie geloofde later ook niets van dat verhaal. Alleen een speler van Owios kreeg toen een schorsing van drie wedstrijden.”

Na twee seizoenen vol coronaperikelen kijkt Klarenbeek uit naar het nieuwe seizoen. Aan stoppen denkt hij nog niet. “Ik blijf het leuk vinden, al zitten er ook nadelen aan. Sportverzorger zijn is toch een eenmansfunctie. Je kunt niet spontaan een weekendje weg. Maar dit werk is voor mij ook een uitlaatklep.“
“We verlangen ook allemaal weer naar een normaal seizoen. Met corona zijn de spelers wel klaar”, vervolgt Klarenbeek. “We hebben wel doorgetraind, maar je merkt dat spelers nu toch wat sneller afzeggen.”
Klarenbeek zegt nog nooit een wedstrijd te hebben gemist. “Ik ben nooit op wintersport geweest als we moesten spelen. Nu gaan jongens wat makkelijker een weekje weg. Als eerste elftalspeler moet je er wat meer voor over hebben, vind ik. Maar ik neem niemand iets kwalijk hoor. De tijden zijn veranderd.”