‘Voor een wielerkoers stak ik een kaarsje op in de Mariakapel’

“Leuk. Je bent welkom”, zei Ben van Dalen bij het verzoek om een interview. Het werd een sessie van bijna drie uur. De 69-jarige Gendtenaar oud-sportmasseur van de Betuwse voetbalclubs De Bataven en v.v. GVA bleek een boeiend verhalenverteller.

De plakboeken lagen al klaar. Herinneringen uit de rijke historie van Van Dalen. Hij deed aan voetbal, wielrennen en atletiek. Kortom, een sportman pur sang. “Sport heeft altijd hoog in het vaandel gestaan”, vertelt Van Dalen. “Op de lagere school was ik al heel gedreven. En op mijn vijftiende fietste ik veel met Herman Buurman, een wielrenner. Ik hield hem bij, kon gewoon mee. Via wielervereniging Groenewoud ben ik toen als nieuweling in de wielrennerij terechtgekomen.”
Wedstrijden in de Achterhoek, Cuijk en Boxmeer. De koersen staan Van Dalen nog helder voor de geest. “Ik reed koersen met Gerrie Knetemann en Roy Schuiten. Ik ging al op de fiets naar die wedstrijden toe. Als warming-up. Angst? Nee, dat heb ik nooit gehad. Ik was erg gelovig en op zaterdagavond stak ik in de Mariakapel altijd een kaarsje aan. Dan wist ik dat er de volgende dag een engeltje op mijn schouder zat en dat er niets zou gebeuren.

Ambitie

Van Dalen had de ambitie om prof te worden. “Ik werkte in de offset- en boekdrukbranche. Verdiende ik 30 gulden per week. Toen ik vierde werd in een wedstrijd in Velp, kreeg ik 60 gulden. Het dubbele. Ik had er dus alles voor over prof te worden en reed elke dag op de fiets naar mijn werk in Nijmegen. Kilometers maken. Toen ik 19 jaar was, wilde ik daarom halve dagen gaan werken om zo elke dag 120 kilometer te kunnen fietsen. Mijn ouders gingen akkoord, maar mijn werkgever niet.”
De tegenslag was voor Van Dalen zo groot, dat hij abrupt stopte met wielrennen. “Ik was heel erg teleurgesteld in mijn baas. Achteraf kun je zeggen dat ik in de verkeerde tijd geboren ben. Ik had de wilskracht en de motivatie, trainen deed ik uit mezelf. Ik ging op zaterdag naar de poelier om kip te halen. Die braadde ik zelf en zo kon ik op zondag optimaal presteren.”
Het einde van de wielercarrière betekende het begin van een voetbalcarrière. Kortstondig, dat wel. “Ik ben bij De Bataven in mijn dorp gaan voetballen”, legt Van Dalen uit. “Ik kwam in het derde met oud eerste elftalspelers. We werden meteen kampioen. Ik maakte daarna de stap naar het tweede en behoorde tot de A-selectie.”

Dubbele beenbreuk

Het noodlot sloeg echter toe. Van Dalen liep een dubbele beenbreuk op. “Dat betekende drie maanden liggips en zes maanden loopgips. Uiteindelijk is dat ene been dan heel dun en de revalidatie kostte met fietsen en hardlopen anderhalf jaar. Maar ik durfde daarna niet meer te voetballen. Ik wilde het vooral mijn vader en moeder niet aandoen. Zij hadden mij al die tijd moeten verzorgen en dat mocht niet nog een keer gebeuren.”

En zo kwam Van Dalen terecht in de atletiek.  De Gendtenaar werd lid van Quick in Nijmegen en richtte zich op de tienkamp. Van Dalen bleek ook hier een talent. Op het Nederlands kampioenschap eindigde hij van de twintig atleten als zevende. “Daarna ben ik overgegaan op de cross. Daarbij had ik met de maximale longinhoud als wielrenner een voordeel. Ik heb aan meerdere Nederlandse veldloop kampioenschappen meegedaan en nog gelopen tegen Gerard Tebroke, veelvoudig nationaal kampioen.”
Geïnteresseerd in het menselijk lichaam volgde Van Dalen tijdens zijn atletiekcarrière meerdere cursussen. Van sportmassage tot kinesiotaping, van blessurepreventie tot manuele lymfedrainage. Bij Toine van de Goolberg volgde Van Dalen de cursus conditie- en hersteltraining.

NEC

“In 1976 werd ik door Cees Joosten, de toenmalige verzorger van NEC, gevraagd als sportmasseur en looptrainer”, vertelt Van Dalen. “Maar ik heb het niet gedaan. Ik had een goede baan en ook net een huis gekocht. Stel dat het bij NEC niet was gelukt en ik na een jaar weer weg had gemoeten. Dan had ik toch een probleem gehad. Een goede baan geef je niet zo maar op.”
Toch kwam Van Dalen in de voetballerij terecht. Ben Wannet, verzorger bij De Bataven, moest een meniscusoperatie ondergaan. “Ben vroeg me om hem uit de brand te helpen en hem tijdelijk te vervangen. Mijn eerste wedstrijd was een oefenduel tegen Vitesse, daarna voor 4500 man tegen De Treffers. Ik had het zo naar mijn zin, dat ik ben gebleven. Van 1985 tot 1989. Als vrijwilliger. Ik deed de massage en hield me bezig met blessurepreventie.”
Van Dalen spreekt van ‘een mooie tijd’ bij De Bataven, maar in 1989 koos hij een andere weg. “Ik kreeg bij GVA als verzorger een goed contract aangeboden. Daarnaast kreeg ik een prachtige eigen ruimte, speciaal gemaakt voor de verzorging.”
Van de keuze voor GVA heeft Van Dalen nooit spijt gehad. Hij bleef liefst 28 jaar bij de Doornenburgse club en nam vorig jaar afscheid. “Bij GVA heb ik nooit met iemand ruzie gehad. Wat een fijne club! Er was wederzijds vertrouwen en respect. Natuurlijk is het uniek als je ergens bijna 30 jaar bent. Ik ging er elke keer fluitend naar toe.”
Bij GVA was Van Dalen niet alleen verzorger, maar vervulde hij ook de functie van herstel- en conditietrainer. En door de gevolgde cursussen wist hij precies waarover hij sprak. Trainers maakten volop gebruik van zijn kennis. “Ik schatte bij een speler met een blessure altijd in hoe lang het herstel zou duren. Met behulp van manuele lymfedrainage kon ik bij een verzwikte enkel vocht afvoeren. Spelers met wat psychische problemen of jongens die gespannen waren, kreeg ik rustig met ‘haptodynamische relaxatie’.”

Ben van Dalen † van 1989 tot 2017 verzorger bij GVA uit Doornenburg

Genieten

GVA is zijn club geworden, maar Van Dalen nam toch het besluit om in de zomer van 2017 te stoppen. De Gendtenaar sukkelt nu wat met zijn gezondheid en nam daardoor min of meer gedwongen afscheid. Met pijn in het hart. “Maar ik wil ook nog een poosje genieten. Keuzes kunnen maken in het weekeinde. Want dat heb ik ruim 30 jaar tijdens het voetbalseizoen niet kunnen doen. Ik ga nog wel eens naar GVA kijken, maar als de wielerklassieker Parijs – Roubaix op tv is , blijf ik thuis. Ik mis GVA best wel, maar wilde af van de verplichting.”
“Als je gezondheid je wat in de steek laat, is de toekomst altijd onzeker”, vertelt Van Dalen. “Maar ik heb de motivatie en de wilskracht om door te gaan. Humor en een positieve kijk op het leven helpen daarbij ook. En vanuit de sport heb ik geleerd dat je er op elk moment het maximale uit moet halen.”